Cliënt met diabetes is gebaat bij één heldere boodschap
- 8 augustus 2023
- Nieuwsbericht
- V&VN Algemeen
Wijkverpleegkundigen hebben niet altijd voldoende kennis over diabetes om de glucosewaarden van cliënten die zelf monitoren goed in te schatten. “Dat kan leiden tot verschillende interpretaties en verschillende boodschappen aan de cliënt”, licht diabetesverpleegkundige Mieke van Grunsven toe naar aanleiding van de onlangs verschenen knelpuntenanalyse van het Nivel, gemaakt in opdracht van V&VN, over zelfmonitoring van glucosewaarden.
Mieke is werkzaam bij Thuiszorg West-Brabant en werkte mee aan de knelpuntenanalyse. “Een voorbeeld van verschillende interpretaties is de volgende situatie: stel, een wijkverpleegkundige meet een glucosewaarde van 12 bij een mevrouw van 84 jaar. Dat is hoog en kan leiden tot de schrikboodschap dat de huisarts moet worden gebeld. Maar iemand die meer kennis heeft van diabetes weet dat het op die leeftijd helemaal niet zo erg is om een keer een hoge waarde te hebben. Dat kennistekort over diabetes is echt een knelpunt waaraan gewerkt moet worden.” Samen met vier andere diabetesverpleegkundigen ondersteunt Mieke de huisartsenpraktijken, het Bravis ziekenhuis en de teams van wijkverpleging.
Variatie in voorlichting
Een ander knelpunt is dat er veel variatie zit in de voorlichting die wijkverpleegkundigen geven over zelfmonitoring aan de diabetespatiënt. “Die grote variatie kan komen doordat er veel verschillende professionals bij één cliënt komen", verklaart Mieke. "Iemand die niet zelf de glucosemeting kan uitvoeren, heeft vaak ook meer zorg nodig dan ondersteuning bij de glucosemeting: vaak is er ook ondersteuning bij de insuline-injectie en bij lichamelijke zorg. Daardoor komen medewerkers met een verschillend opleidingsniveau en dus een verschillend kennisniveau bij één cliënt. De cliënt ziet niet altijd dat verschil en stelt de vragen aan wie er op dat moment langskomt.”
Onduidelijke taakverdeling
Het grootst ervaren knelpunt in de analyse is de onduidelijkheid in de taakverdeling tussen huisartsen, praktijkondersteuners en wijkverpleging als het gaat om zelfmonitoring van glucosewaarden. Mieke: “Ik heb die ervaring zelf gelukkig helemaal niet, want in West-Brabant zijn de lijntjes tussen de eerste en de tweede lijn kort. We hebben ook maar één ziekenhuis in de regio waarmee we goed contact hebben. Dat is in de steden natuurlijk heel anders. Ook hebben wij het geluk dat onze thuiszorgorganisatie zo groot is dat we met vijf diabetesverpleegkundigen de wijkverpleging en de huisartsen kunnen ondersteunen.”
Een mooi voorbeeld, vertelt Mieke, is van een oudere diabetespatiënt die eigenlijk bij de internist onder behandeling is, maar voor wie de gang naar het ziekenhuis te zwaar wordt. “Dan kan worden gekozen voor terugverwijzing naar de huisarts. Maar het kán een cliënt met ingewikkelde problematiek zijn. Wij kunnen dan de huisarts of de praktijkondersteuner op weg helpen bij het aan cliënten leren prikken en monitoren van de glucosewaarden. Dat is meteen ook goedkoper voor zorgverzekeraar en praktischer voor de cliënt. Bij dit knelpunt gaat het dus om de organisatie van de zorg rondom zelfmonitoring: wie doet wanneer wat? Huisartsen en wijkverpleegkundigen moeten vooral open naar elkaar zijn en naar elkaar luisteren.”
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.